LEI-dag is een initiatief om aandacht te besteden aan datgene wat Limburg kenmerkt. LEI geeft tips maar is niet zelfbewust genoeg over onze Limburgse taal.
Bronvermelding: De foto is afkomstig van de website van vanlei.nl
Limburgs eigen
Afgelopen donderdag 15 december was het LEI-dag. LEI staat voor Limburgs eige. Het is een initiatief waarbij één keer per jaar extra aandacht gevraagd wordt voor de Limburgse cultuur, muziek, dialect en eten. Een initiatief dat aandacht verdient, maar een kleine aanvulling of toelichting is wel gewenst.
Dialect of taal?
Op de website www.vanlei.nl wordt gesproken over het Limburgs dialect. Het Limburgs is echter geen dialect, maar een echte taal.
Op 14 februari 1997 is dat ook officieel vastgelegd door de overheid. Een dialect is afgeleid van een officiële taal. Het Limburgs is echter erkend als een zelfstandige en volwaardige taal, die aan het Duits en het Nederlands verwant is. Ze heeft een eigen woordenschat, een eigen zinsbouw en woordvolgorde en een eigen spelling. Ook heeft het Limburgs een eigen klankpatroon dat veel rijker is dan het Nederlands.
De afgelopen jaren zijn er initiatieven ontwikkelt om het Limburgs als spreek- en schrijftaal meer aandacht te geven. Eerder al waren er warme pleitbezorgers zoals de vereniging Veldeke die zich al sinds 1926 inzet voor het behoud van de Limburgse taal. In Heel was er het initiatief van Léon Janssen met zijn Woordenboek Heels-Nederlands.
Ook Heemkring Heel publiceerde over het belang van de Limburgse taal. Via de verwijsknop komt u bij een eerder blogverhalen hierover. Daar kunt u ook genieten van de kostelijke voordracht (in het Limburgs natuurlijk), van pater Sangers.
Limburg, mijn vaderland
Als we het dan tóch over het Limburgs eigen hebben: het is eigenlijk een vreemde zaak dat het Limburgs volkslied geschreven en gezongen wordt in een “vreemde” taal, het Nederlands.
Het lied is gelukkig wél van Limburgse oorsprong. De tekst werd op papier gezet door onderwijzer Gerard Krekelberg, die in 1864 in Neeritter geboren werd. Hij gaf het stuk de titel Limburg, mijn vaderland en het was aanvankelijk bedoeld als een ode aan Limburg. Henri Thijssen, dirigent van het Roermonds Mannenkoor, had de melodie gecomponeerd. In 1909 verzorgde hij, met zijn koor, de eerste uitvoering.
Volkslied
In 1939, twee jaar na het overlijden van Krekelberg, voegde het mannenkoor een vierde couplet toe aan het lied. In dat jaar werd het ook het officiële Limburgs volkslied en kreeg het de huidige titel: Waar in ‘t bronsgroen eikenhout.
Verwondering
Het Limburgs volkslied dat in het Nederlands gezongen wordt en een provincie die trots is op het eigen bronsgroen eikenhout, maar uiteindelijk de “de Oranjes” en “de Hollenjers” bezingt: “’t môt neet gekker waere.”
Wist u trouwens dat dit lied ook het volkslied is van Belgisch-Limburg. Ze zingen daar natuurlijk niet dat latere aanhangertje over “trouw aan de Oranjes” en “het roemrijk Nederland”.
Tips van LEI
Op de website van Lei staan tips om het Limburgs extra onder de aandacht te brengen.
Tot slot
Aan het eind van onze Limburgse overpeinzingen zwaaien we met de Limburgse vlag (tip van Lei) en plaatsen we een muziekvideo met het Limburgs volkslied. Ook voegen we de tekst van Limburg, mijn vaderland/Waar in ’t bronsgroen eikenhout toe, zodat u (in het Nederlands helaas) kunt meezingen.
Het Limburgs volkslied
Limburg, mijn vaderland/Waar in ’t bronsgroen eikenhout
Waar in ’t bronsgroen eikenhout,
’t nachtegaaltje zingt;
Over ’t malse korenveld,
’t lied des leeuweriks klinkt;
Waar de hoorn des herders schalt,
langs des beekjes boord.
Refrein
Daar is mijn vaderland,
Limburgs dierbaar oord!
Daar is mijn vaderland,
Limburgs dierbaar oord!
Waar de brede stroom der Maas,
statig zeewaarts vloeit;
Weeldrig sappig veldgewas,
kostelijk groeit en bloeit;
Bloemengaard en beemd en bos,
overheerlijk gloort.
Refrein
Waar der vaadren schone taal,
klinkt met heldre kracht;
Waar men kloek en fier van aard,
vreemde praal veracht;
Eigen zeden, eigen schoon,
’t hart des volks bekoort.
Refrein
Waar aan ’t oud Oranjehuis, ’t volk blijft hou en trouw;
Met ons roemrijk Nederland, één in vreugd en rouw;
Trouw aan plicht en trouw aan God, heerscht van Zuid tot Noord:
Daar is mijn Vaderland, Limburgs dierbaar oord!
Refrein