Je bekijkt nu Kermis als familiefeest

Kermis als familiefeest

Geen kermisexploitanten dit jaar in Heel. Wel trekt de processie door het dorp en geeft de schutterij acte-de-présence met het traditionele drakenspel; een prachtig voorbeeld van Heelder cultureel erfgoed. Kermis was altijd een familiefeest. Veel tradities gaan echter verloren. Daarom kijken we deze keer terug met herinneringen over de kermis als familiefeest in de zestiger jaren.

Kermisherinneringen

Kermis was in de zestiger jaren niet alleen “processie en vertier”. Het was ook een dag waarop familieleden, die niet in het dorp woonden, op bezoek kwamen. Om goed voor de dag te komen werd in de week voor de kermis ons huis grondig gepoetst, de tuin kreeg een extra onderhoudsbeurt zodat de “haof” er netjes bij lag.

Kermis

Op kermiszondag ging “oos mam” naar de vroegmis, want zij moesten in de loop van de ochtend alles in gereedheid brengen voor ons zevenkoppig gezin en de kermisgasten.

Om 10 uur was de hoogmis en aansluitend de kermisprocessie. Als de processie “ging trekken” sloten ook de vrouwen en kinderen aan.

Met pastoor onder de Hemel, de monstrans in z’n handen, trok de stoet, onder muzikale begeleiding van harmonie en zangkoor, over de Dorpsstraat, richting Burgerhout. Er was een halteplaats bij “de sjnieder”. Bij het rustaltaar werd gebeden. Bij veel huizen was, in de deuropening, een altaartje gemaakt, met een Heilig-Hart of een Mariabeeld.  Na de processie ging pap, met dorpelingen, een “rondje kermistoepen” in één van de cafés.

Halteplaats bij "de sjnieder"
Het rustaltaar bij "de sjnieder"
Rustaltaar - rode stip

Mam spoedde zich met ons, de kinderen, naar huis. De tafel en het eten moesten klaargemaakt worden. Op het mooiste witte tafellaken kwam het “good” servies. Als pap arriveerde kon opgediend worden: heldere rundvleessoep – die zaterdags getrokken was – met beschuit, aardappelen met een varkenslapje en groenten. Als nagerecht was er gele kookpudding met kersen.

Vlaai

’s Middags kwam de familie, natuurlijk per fiets, ook al moesten ze soms van ver komen. In een walm van sigaretten- en sigarenrook werd er bijgepraat en er was koffie met vlaai in alle soorten: kese-, bótter-, rieste- en kroonsjelevlaai, die door oma staekbièrevlaai werd genoemd. Nadat iedereen zich de nodige stukken had laten smaken, kregen wij, de kinderen kermisgeld en daarna, met z’n allen, naar de kermis op het Wilhelminaplein.

Ongemoodj

Na een rondje over het kermisterrein bleven de mannen vaak nog even “hangen” bij één van de vele cafés die het dorp destijds rijk was: Stoop (oppe Linj), d’n Tram, Café Sint Joseph, De Morgenster, Burgerhout, en Tjeu van Veggelers. De vrouwen gingen met de kinderen naar huis. Daar werd het de uitgebreide avondeten klaargemaakt. De tafel werd rijkgevuld met rozijnenmik, krentenmik en witbrood, Als broodbeleg was er “gooj bótter”, “kiës” en “sjónk. Ook de traditionele ”koaj schôttel” ontbrak natuurlijk niet.

Wij, de kinderen, lieten ons de kans niet ontgaan en aten ons óngemoodj”. Na het avondeten ging het bezoek, met een goedgevulde maag, weer naar huis. Voor hen zat de kermis erop. Voor ons, de kinderen, was het feest nog niet voorbij. Er zouden nog twee “zware dagen” volgen.

Het kermisterrein

Die kermis in Heel heeft, nadat hij van z’n oorspronkelijke plek op de Dorpsstraat aan de Linj verhuisde, nooit meer echt z’n plekje kunnen vinden. Via het Wilhelminaplein en het Catualiumplein kwam hij uiteindelijk op de Rector Driessenstaat terecht. Het aantal attracties was in de jaren zestig beperkt: de carrousel , botsauto’s, een ballentent, touwtje trekken en een schietkraam. Het waren nog niet de kleine attractieparken van tegenwoordig.

error: Content is beschermd.