Foto: Gouden munt met beeltenis van Keizer Augustus (63 v. Chr.– 14 n. Chr.)
Het muntje en de overledene; een Romeins gebruik
Heemkring Heel | Door Wim Coolen
19 januari 2025
Lezing
Afgelopen week hield Maurice Heemels van de Stichting Funerair Erfgoed Limburg (SFEL) een interessante lezing met als titel: “2000 jaar zorg voor de doden in Heel”. Hij belichtte onder andere uitvoerig de Romeinse begrafenisrituelen en het Romeinse grafveld op het terrein van Daelzicht. Ook kwam het Romeins gebruik ter sprake om een muntje onder de tong van een overledene te leggen. In dit verhaal vertellen we daar (nog) iets meer over.
Het schimmenrijk
Veel Romeinen geloofden in een onderwereld die ze Hades noemden. Net als de Grieken gingen veel Romeinen ervan uit dat je na je dood een schim werd, met het uiterlijk van een mens, maar zonder vlees of bloed.
De veerman
Na de dood gingen de schimmen naar Hades, het onderaardse dodenrijk. Daarvoor moest de rivier de Styx overgestoken worden. Dat gebeurden met de hulp van veerman Charon. Voor die overtocht moest wel betaald worden. Daarom kreeg een overledene een muntje mee dat onder de tong gelegd werd. Had je geen geld bij je, dan was je gedoemd meer dan 100 jaar langs de oever van de rivier rond te dolen.
Afbeelding: De veerman Charon die de munt uit de mond haalt van een overledene.
Pluto
In het dodenrijk heerste, volgens de Romeinen, de god Pluto. Hij besliste over het lot van de zielen in het schimmenrijk. Als hij zeer tevreden was met het leven dat je geleefd had, dan mocht je naar het schimmenparadijs. Anderen stuurde hij naar een verschrikkelijke plek die we kennen als de hel. De meesten kwamen echter terecht in een gebied dat daar tussenin lag. Daar doolden de meeste schimmen voor de eeuwigheid.
Twijfels
Net als tegenwoordig waren er ook in de Romeinse tijd mensen zo hun twijfels hadden bij die verhalen over het schimmenrijk. Julius Caesar was naar verluidt van mening: dood is dood en verder niets.
Het muntje
Als u een kijkje wilt nemen in de Romeinse onderwereld, dan kan dat. In Italië ligt, in de buurt van Cumea, 15 km ten westen van Napels, het 65 meter diepe kratermeer van Avernus. Uit dat meer borrelden in het verleden zoveel gassen omhoog dat de vogels er dood uit de lucht vielen. Volgens de Romeinen lag daar de ingang van het schimmenrijk. Als u het kratermeer bezoekt, neem dan wel wat muntgeld mee. Je weet maar nooit.