Sporen in het landschap
De Maas heeft eeuwenlang haar loop verlegd en nieuwe bedding uitgesleten. Door die verplaatsingen bleven restanten van de Maas als poelen achter in het landschap. Kouken werden die genoemd.
Kouk, kouke(n), kuikske, eene diepe plaats in eene beek of andere rivier, gewoonlijk aan eene kromming.
Uit: Onze volkstaal (1882-1890) – Taco H. de Beer
Op de weg vanuit het Sleydal in Heel, richting Osen, heeft vroeger zo’n kouk gelegen. In de vorige eeuw werd die, in de volksmond, “Het gaat van Koos” (Het gat van Koos) genoemd, naar de eigenaar Koos Berg, die een winkeltje had in de Dorpsstraat.
Het “Gaat van Koos” was in de winter een schaatsplek voor de schoolgaande jeugd. De destijds 11 jarige Stef Knoops uit Heel is er, op 13 januari 1966, door het ijs gezakt en verdronken.
In nog vroeger tijden werd ze de Kluuzeneerskouk (Kluizenaarskouk) en Herepadskouk genoemd. Langs de kouk liep namelijk het pad waarlangs de Heren van Kasteel Osen naar de kerk in Heel gingen. Naar dat pad, het Heerepad, is één van de wegen in de wijk “Sleydal” vernoemd.
De kouk is nu verdwenen, maar de laagte is nog steeds in het landschap zichtbaar.