Veel dorpswinkels zijn verdwenen uit het straatbeeld. Deed de consument vroeger bijna al zijn aankopen in eigen dorp, in de jaren zestig werd de stad het koopdomein. Maar ook die raakte uit de gratie door de “koopzegeningen” van het internet.
Een breed aanbod
Tot ver in de jaren vijftig konden de inwoners van Heel terecht bij meerdere slagers, bakkers en winkeltjes met kruidenierswaren. Er waren zelfs twee smidsen. Eéntje had daarnaast nog een fietsenzaak. Hij was gevestigd in het pand waar nu de boekhandel zit. De andere smid lag in het midden van de Dorpsstraat. Je kon er je paard laten beslaan en huishoudelijke spullen kopen.
Kopen in eigen dorp
De inwoners uit Heel kochten lokaal. Alleen voor bijzondere aankopen ging een enkeling naar Roermond; per fiets of met de Nedam. Het was de tijd van de kleine winkeltje die door de eigenaar, samen met zijn vrouw, draaiende gehouden werd. De voordeur was de winkeldeur.
Erfopvolging
Als de ouders stopten werd de zaak overgenomen door één van de kinderen. In de jaren zestig werd een “erfopvolging” steeds minder vanzelfsprekend.
In het verleden lag, tegenover het pand waar nu de Tweede Kans gevestigd is, het “winkelke” van Koos Berg.
In het piepkleine nostalgische “winkeltje van Koos” kon je terecht voor de meest noodzakelijke dagelijkse boodschappen en voor de Duitse lotto.
In de rechterhoek van de kleine winkelruimte was een uitstalling van suikerpapier, potten met trekdrop, toverballen, zuurstokken en lolly’s in alle kleuren. Het was een waar luilekkerland voor de kinderen uit het dorp.
Dochter Leida heeft nog lang achter het veel te krappe toonbankje gestaan. Dit iconisch winkeltje heeft een plekje in het collectieve geheugen van Heel. Het sloot uiteindelijk, net als zoveel anderen, de deur en werd afgebroken.
Concurrentie en groei
Om te overleven koos de plaatselijke middenstander, eind zestiger jaren, soms voor aansluiting bij een grote inkoopcombinatie. Dat deed bijvoorbeeld melkhandel en kruidenierswinkel Janssen. Die lag op de plek waar nu het Chinees restaurant ligt. De winkel werd omgebouwd tot VéGé (Verkoop Gemeenschap) en, na een aantal verbouwingen en verplaatsingen, uiteindelijk ingelijfd bij Jumbo.
De witte raaf
Die overlevingsstrategie was niet voor iedereen weggelegd. Roermond en later internet kannibaliseerde de Heelder middenstand.
Winkels sloten de deuren en de panden werden verbouwd tot woonhuis. Dat gebeurde recentelijk met schoenhandel Claessens en de winkel voor huishoudelijke artikelen van de familie Scheepers. Dit weekend sloot ook drogisterij, parfumerie en speelgoedwinkel Henckens na 43 jaar de deuren. De middenstander verdwijnt steeds meer uit het straatbeeld en is ook in Heel inmiddels een witte raaf.