In dit blogverheel vertellen we over wilde zwijnen, wroetsporen en zoelpoelen in natuurgebied de Tuspeel.
Wilde zwijnen zorgen voor overlast
Afgelopen week stond in “de Limburger” een artikel over de overvloed aan wilde zwijnen in Ell. Jagers gaan daarom de dieren bejagen om zo hun aantal, en daarmee de overlast, in het gebied te verminderen. Wandelaars durfden niet meer in het vijftig hectare grote gebied te komen omdat ze door de dieren aangevallen werden. Ook werden akkers door de zwijnen omgeploegd.
Kroondomein Het Loo
Het wilde zwijn komt van nature voor in Nederland. In 1826 stierven ze echter uit door overbejaging. Prins Hendrik, echtgenoot van Koningin Wilhelmina, liet in 1907 wilde zwijnen uit Tsjechië en Mecklenburg uitzetten in Kroondomein Het Loo. Van daaruit verspreidden ze zich naar andere regio’s.
Officiële leefgebieden en de Tuspeel
Men probeert in Nederland het leefgebied van het wilde zwijn te beperken tot de Veluwe en de Meinweg, om zo de overlast van de dieren te voorkomen.
Ze hebben van daaruit steeds meer nieuwe leefgebieden in bezit genomen, zoals de Beegderheide en de Tuspeel.
Overlast
Wilde zwijnen leven in groepen van soms wel dertig dieren. Dat levert overlast op, vooral als de leefruimte voor de dieren beperkt is. Ze trekken dan naar de bewoonde wereld, op zoek naar voedsel. Beschadigde auto’s en omgewoelde tuinen zijn dan het resultaat. Maar ook in de vrije natuur kan een boos of verschrikt dier voor wandelaars gevaarlijk zijn, vanwege zijn kracht.
Bekijk het filmpje uit Ede. Daarin is te zien hoe een grote groep zwijnen tijdens het oogsten, uit een maisveld komt.
Wat eet een wild zwijn?
Wilde zwijnen zijn alleseters. Ze eten echter voornamelijk plantaardig voedsel, maar weten ook raad met kleine knaagdieren en kadavers van dieren. Wat op het menu staat is grotendeels afhankelijk van het seizoen.
In het voorjaar en de zomer eten ze vooral bovengronds voedsel, zoals wortels, knollen, grassen en insecten. In de herfst doen ze zich tegoed aan eikels, kastanjes en beukennootjes.
In het winterseizoen gaan ze noodgedwongen op zoek naar voedsel dat zich onder het oppervlak bevindt. Ze wroeten dan in de bodem, op zoek naar wormen en larven.
Bij hun voedseltochten kunnen ze veel schade aanrichten aan de landbouwgewassen. Daarom worden bij overlast jagers ingezet, zoals in Ell.
Wroetende zwijnen bij de Lange Vlieter
Doordat het voedselaanbod in het najaar en de winter schaarser wordt, verplaatsen de zwijnen zich vanuit de beschutting van de Tuspeel, naar het open terrein bij de Lange Vlieter. Daar zijn de wroetsporen nu goed te zien.
Zoelplaats en schuurboom in de Tuspeel
De wilde zwijnen voelen zich thuis in het beschutte gebied van de Tuspeel. Daar liggen een aantal poelen die aantrekkelijk voor ze zijn.
Enkele daarvan zijn in gebruik als zoelplaats of zoelbad. Dat zijn modderpoelen waar de dieren baden. Dat doen ze om hun huid en vacht te verzorgen, maar vooral om parasieten kwijt te raken. Na een modderbad blijft een laagje modder op de huid zitten. Als dat laagje droog is, wordt het er afgeschuurd aan een “schuurboom”. Samen met de gedroogde modder verwijdert het dier daarmee ook de parasieten die erin gevangen zitten,
De zoogdiervereniging maakte een korte informatieve video (2:15) over het wilde zwijn.
Meer over jagen en wildbeheer
In de komende uitgave van het Tijdschrift Heemkring Heel vertelt Huub Stoop over jagen en het wildbeheer in de regio. Donateurs van Heemkring Heel krijgen het Tijdschrift begin december thuisbezorgd.