Een Limburgse traditie die verloren ging
Tegenwoordig vertellen we kinderen dat met Pasen de eieren door de paashaas gebracht worden. Die gewoonte komt uit protestantse landen zoals Duitsland, Groot-Brittanië en de Verenigde Staten.
Ook het protestantse deel van Nederland kende vroeger al die traditie.
Katholieke landen zoals België en Frankrijk hebben echter een andere traditie. In die landen brengen de paasklokken de eieren. Ook delen van Limburg, waaronder ook Heel, kenden vroeger die traditie.
In Heel vertrokken de paasklokken op Witte Donderdag naar Rome om er de eieren te halen. Het verhaal gaat dat Leike van het Sträötje (Leo Vaessen), werkzaam bij de gemeente, met die klokken meeging om alles te regelen.
De klokken kwamen terug in de paasnacht. Ze lieten dan de eieren in de tuintjes vallen zodat de kinderen ze ’s ochtends konden rapen. Als de klokken weer op hun plaats hingen gingen ze luiden en het paasfeest kon beginnen.
Het is niet zo verwonderlijk dat kinderen dat klokkenverhaal geloofden. Op Goede Vrijdag en Stille Zaterdag werden de kerkklokken niet geluid. Er wordt dan herdacht dat Jezus is gekruisigd, gestorven en begraven.
Met Pasen wordt de herrijzenis van Jezus gevierd. De klokken luiden weer en er liggen paaseieren in de tuin; paaseieren die symbool staan voor nieuw leven.