De Haelder draak was weer present tijdens de kermisprocessie en het drakensteken in Heel. Heemkring Heel vertelde er dit jaar het verhaal van “onze draak”. Dit blogverhaal is een verkorte versie van dat verhaal.
De draak en het drakensteken
Draken zitten overal; in de Efteling (Joris en de draak), in Netflixseries, en dus ook in Heel. Een draak in huis niet speciaal. Wat wel bijzonder is, dat is het drakensteken; een traditie die je alleen aantreft in Beesel en Heel.
Een bijzondere traditie
Heel koestert de draak en het drakenverhaal al eeuwen. In 1844 kunnen we al over hem lezen in de oude stukken van de schutterij. De traditie is wellicht al veel ouder maar dat is lastig aan te tonen omdat in het verleden een deel van het archief verloren is gegaan.
In 1892 verscheen de Heelder drakenlegende voor het eerst op papier. Onder de titel Helena en Gehenna werd hij als feuilleton geplaatst in de Nieuwe Koerier; een Limburgse krant.
In 1897 is er voor het eerst een echt drakenspel, aan de beek in Panheel. Op de terugweg naar Heel verplaatst de draak zich op een noviteit: de stoomfiets. Het was een moderne draak, die van Heel. In dat jaar geeft hij zijn naam aan de oudst bekende carnavalskrant van Limburg: “d’n draak”.
De gloriejaren van de draak
Het jaar 1935 betekende de nationale doorbraak van de draak van Heel. Alle kranten in Nederland schreven er over. Door die publiciteit vreesde de organisatie zelfs dat de Nedam niet genoeg bussen zou hebben om de vele toeschouwers naar Heel te vervoeren.
In dat jaar werd namelijk een groot spektakelstuk Helena en de Gehenna opgevoerd, met de draak in een prominente rol. Het verhaal was gebaseerd op de feuilleton uit 1892. Er werd een indrukwekkende prestatie neergezet door het kleine dorpje, daar in het bosje bij kasteeltje Nederhoven. De aanwezigen zongen nog jaren: “Stiebel du musst sterben, du bist noch viel zu jung, jung, jung …”. Stiebel, dat was een synoniem voor de edelman met hoge leren laarzen – stevelen of stiebel – die de strijd aanging met de draak, net zoals de koning van de schutterij dat nog steeds doet.
Jaloezie
Dat drakengedoe “van die van Heel” wekte destijds jaloezie op bij buurgemeenten. Wie zou er jaloers zijn op zo’n prachtige unieke traditie. Heel kreeg te maken met rooftochten uit Wessem en Beegden. De draak werd ontvoerd, er moest losgeld komen in de vorm van drank. Eén keer ging hij zelf in vlammen op. “Die van Wessem” hadden hem ontvoerd en onder groot gejuich op de Maaskade in brand gestoken.
De drakenslaap
Na de vijftiger jaren van de vorige eeuw werd het wat stiller rond de draak. Tijdens de kermis en de carnaval was hij wel geregeld aanwezig maar het duurde tot 1985, vijftig jaar na het grote optreden bij Nederhoven, voordat er weer geprobeerd werd om een nieuw spektakelstuk te organiseren. Het is destijds bij plannen gebleven, en onze Haelder draak verzonk in een diepe drakenslaap waaruit hij pas in 2001 ontwaakte.
Een aantal inwoners (waaronder de schutterkoning Hugo Luijten die hem dit jaar weer aan het Sabel probeert te rijgen en Hub Stoop, destijds voorzitter van de schutterij) zorgde ervoor dat Heel weer een mooie groene draak kreeg.
De Haelder draak en de kermisprocessie
Sindsdien trekt de draak weer jaarlijks, tijdens de kermisprocessie, door het dorp, omringd door hoogwaardigheidsbekleders. Op de Linj horen we zijn plichtmatig gesis en na een gerichte sabelstoot mag hij weer naar zijn Gehenna, de plek waar het niet pluis is, de plek waar de draak woont.
Schutterij Sint Sebastianus heeft de mooie drakentraditie al eeuwen gekoesterd. Op die traditie mag Heel trots zijn. Zij vormt een deel van onze geschiedenis, van ons erfgoed en onze draak verdient een plek in ons collectieve geheugen.
Lees ook onze twee eerdere blogverhalen over de kermis in Heel.