Jongeren kozen vanaf de jaren zestig niet meer voor het klooster. Het protestjaar 1968 maakte duidelijk: de samenleving was toe aan andere vormen van “Satisfaction”.
Foto: Afbraak kerk en klooster Daelzicht – april 2015
Kloosters in Heel
In 1879 vestigden de “Kleine Zusters van de Heilige Joseph” zich in Heel. Klooster Sint Anna zou uitgroeien tot één van de grootste kloosters van Nederland. Heel werd een kloosterdorp met grote gebouwencomplexen: Klein-Bethlehem, Sint Anna en Sint Jozef. De grootte van de complexen en het aantal religieuzen weerspiegelde de tijdgeest waarin de Kerk zorgde voor vorm en zingeving van de Limburgse samenleving.
“I can get no Satisfaction“
In de naoorlogse jaren werd het duidelijk dat er veranderingen in de lucht zaten. Het aantal roepingen nam af. Kloosterlingen begonnen te morrelen aan de langbeproefde kloostertucht. Eventjes werden de teugels aangetrokken maar in de jaren zestig kwamen de veranderingen aan het oppervlak met als hoogtepunt het protestjaar 1968.
Spiritualiteit werd door jongeren niet meer gezocht in de beslotenheid van kerk en kloosters. Voor innerlijke ontplooiing ging je via de hippie-trail naar India en Nepal. Wie dichter bij huis wilde blijven kon naar Marokko of de hippiegemeenschap op Ibiza. De thuisblijver draaide “(I can get no) Satisfaction” en kocht wierookstokjes of een paar gram hasjiesj. Wie toch als “broeder en zuster” wilde samenwonen kon terecht in een commune.
Concilie
De starre verhoudingen binnen kerk en klooster sloten niet meer aan op het denken daarover in de samenleving. Ook Paus Johannes de XXIII begreep, dat er iets moest gebeuren. Hij hield tussen 1962 en 1965 beraad met de kerkleiders en tijdens dat Tweede Vaticaanse Concilie werd besloten om de kerk te moderniseren.
Eeuwige gelofte
Missen mochten in de landstaal, er kwamen beatmissen en de kloosterlingen mochten zich meer eigentijds gaan kleden. Het uniform van de “Kleine Zusters” – zwart met strenge kappen – werd vervangen door wereldse kleding: korte rokken, blouse en modieus vest. Enkel een klein hoofdkapje of een opgespeld kruisje verwees naar de “eeuwige gelofte”.
Nieuwe invulling
Uiteindelijk verlieten de religieuzen zelfs de vertrouwde kloosters. Het celibaat, één van de pijlers van het Rooms-katholicisme, werd ingeruild voor huwelijk en gezin. De kloosters liepen leeg. De weinigen die trouw bleven aan hun idealen bouwden kleine woongemeenschappen, midden in de samenleving. Totdat ook die nieuwe onderkomens te groot werden, en een nieuwe invulling kregen.