De carnaval die niet gevierd mocht worden
In het kader van 75 jaar bevrijding en de viering van carnaval vertelt Heemkring Heel een bijzondere verhaal.
In 1944 besloten de Duitsers dat een groot deel van de Limburgers moest evacueren. Ook Tegelen kreeg de opdracht te ontruimen. Gelukkig ging die evacuatie uiteindelijk niet door.
Er werd gezegd dat dit kwam door tussenkomst van de H. Maagd Maria. Dat verhaal kwam de wereld in door een gebeurtenis, op Tweede Kerstdag 1944, in de noodkapel van het ziekenhuis.
De pastoor sprak toen, namens de gemeenschap, een gelofte uit. Hij hoopte daarmee de evacuatie, hongersnood en verdere oorlogsrampen te voorkomen. De inwoners zouden, als de gelofte verhoord werd, vijfentwintig jaar geen Carnaval vieren. Ook zouden ze een bedevaart houden naar een plaats waar Maria werd aanbeden. Tot slot zou er een beeld van haar geplaatst worden in de gemeente.
In mei 1947 gingen de inwoners van Tegelen massaal op bedevaart naar de Kapel in ‘t Zand in Roermond. In 1948 werd in de buurt van het gemeentehuis een Mariabeeld geplaatst. Daarmee was gehoor gegeven aan een deel van de gelofte.
Over één deel daarvan, vijfentwintig jaar geen carnaval vieren, ontstonden echter al gauw problemen.
In 1946 had de gemeenteraad die gelofte bekrachtigd. Veel inwoners gingen daarom naar Venlo om carnaval te vieren.
Onder druk van de bevolking trok de gemeenteraad in 1951 dat verbod weer in.
Ook de Kerk moest nu een draai maken. Zij adviseerde parochianen die door het loslaten van de gelofte in geestelijke nood kwamen, dit te bespreken met hun biechtvader. Daarna konden ze gewoon carnaval vieren.
Bron: A. Cammaert, Tussen twee vuren, 1983 p.134